|
||||||||
|
Al kennen we Raul Refree hier wellicht voornamelijk als producer en songwriter voor projecten van veelal artiesten, die je niet meteen “mainstream” kunt noemen -ik denk nu aan Rosalia en Lee Ranaldo-, toch mogen we ook zijn werk onder eigen naam niet uit het oog verliezen. Die dingen dragen meestal het keurmerk “experimenteel” en ook op deze tweede plaat onder eigen naam voor het tak:til/Glitterbeat-label, schuwt de Barcelonees het experiment allerminst. Een en ander vindt zijn oorsprong in een heel oude film, “The Cursed Village” alias “La Aldea Maldita”van Florian Rey, uit 1930. Dat was een stomme film, die algauw met het epitheton “meesterwerk” werd aangeduid. In 1942 maakte Rey een herwerking van de film, en die herwerking kreeg tijdens de Covid-pandemie een volledig nieuwe soundtrack van de hand van Raul Refree. Bij de vaststelling en het besef dat die film handelt over wat er met een mens gebeurt, als hij zijn natuurlijke biotoop verlaat en op zoek gaat naar een beter leven -een gevoel van onvolledigheid en leegheid gaat dan je wezen beheersen-, was voor Refree de aanleiding voor deze nieuwe plaat. Het is voor kenners een vaststaand feit dat Refree de totale artistieke vrijheid aanhangt en dat merk je ook aan deze plaat, waarvan een flink deel het resultaat is van oefening en experiment, in de zin van: is speel en speel en ik zie wel wat er uiteindelijk van voortkomt. Daarnaast zijn er stukken als “Lamento della Nimfa”, een eeuwenoude madrigaal van Claudio Monteverdi, waarmee Refree aan de slag ging: een uitvoering, die volledig volgens de partituur verliep, werd opgenomen en nadien verknipt en verplakt, gemanipuleerd, ingekleurd en eigenlijk herschreven tot er een steeds weer herhaalde en evoluerende zanglijn ontstond, die de leidraad vormt doorheen de veertien tracks van deze plaat. Die tracks mogen dan in toonzetting, klankkleur en lengte nogal verschillend ogen, toch zijn ze allemaal organisch met elkaar verbonden. De typerende manier van aanpakken van Refree is die van “zo weinig mogelijk”: laat tussenruimte (“El Espacio Entre”) en creëer op die manier weids klinkende muziek, die nochtans klein van omvang is. Op die manier ontvouwt zich een opeenvolging van in elkaar overvloeiende beelden, waarvoor de manier van werken van schilder Joan Miró model stond, aldus Refree: ook Miró kon soms een hele dag voor een leeg doek zitten, tot hij plots zag wat hij wilde schilderen en in een mum van tijd dat ene detail opdoek wist te vatten. Wie de schilderijen van Miró een beetje kent, weet wat bedoeld wordt: veel van de werken lijken als broertjes of zusjes op elkaar en toch zitten er telkens typerende details in, waardoor ze van elkaar te onderscheiden zijn. Luister bijvoorbeeld naar “Lamentos de un dia cualquiera” en “Lamentos de un otro dia cualquiera” en je begrijpt meteen wat bedoeld wordt. Luisteren naar de meditatieve, repetitieve, filmische composities is echter bovenal dé truc. Refree schrijft en speelt muziek, die je onwillekeurig en onvermijdelijk in een soort visuele trip droppen: of je dat nu beoogt of niet, je kunt er niet omheen, dat die muziek beelden bij je oproept. En hoe je die bij elkaar laat aansluiten, of net niet, dat hangt af van wie je als luisteraar bent. Maar het is wel ongemeen boeiend en mooi! (Dani Heyvaert)
|